Of ik geen nieuwe info heb, of ik nog steeds zoek naar familieverhalen, of Ik dit of ik dat. Ja en neen. Familiegeschiedenis blijft mijn ding. Ik luister, ik zoek, ik schrijf op, ik leg contact, ik ga naar een archief, .. en soms komt wat ik vind op mijn website terecht omdat het erbij past.
Deze keer een oud verhaal dat ik schreef op 17 maart 2015 en dat ik vandaag herwerkte omdat ik eindelijk de informatie vond waarnaar ik al zo lang zocht.
Wanneer ging Henri DeCoster naar Amerika?
Henri was de neef van mijn opa, Jules Pype. Mijn opa gaf 13 jaar lang het adres van de familie DeCoster op als zijn verblijfsadres in Amerika. Ook toen hij ging werken in een andere staat of toen hij werd opgeroepen bij het Amerikaans Leger in WOI.
Ik wilde eveneens weten naar wie Henri ging in Moline. Of hoe het oplossen van één vraag een andere meebrengt. Of ik dit alles nu wel heb gevonden, kun je lezen in het herwerkte verhaal: Decoster Henri – Pype Marie, neef en nicht van Jules Pype Veel leesplezier en dit verhaal wordt vervolgd!
I found a record today that helped in my family history research. Thank you for indexing as it made a difference for me and my family.
Sincerely, ANN
Dit bericht zond ik vandaag terug naar een vrijwilliger bij family search.
In mijn mailbox zat namelijk een link naar de veteranenkaart van mijn grootvader. In 2019 werden de kaarten met hulp van veel vrijwilligers online geplaatst.
Via de FB groep van familiekunde Vlaanderen zijn er veel vragen beantwoord geworden bij mijn zoektocht naar mijn grootouders. Ik ben in de wereld van de familiegeschiedenis gestapt zonder enige voorkennis. Na 6 jaar heb ik een stevige stamboom en verschillende mooie familieverhalen.
De laatste nieuwe ontdekking vond ik in het Textielmuseum in Kortrijk.
Ik kreeg de tip om te zoeken in de Amerikaanse kranten. Het eerste wat ik altijd doe bij een nieuwe opzoekingsbron is “Jules Pype” intypen. En jawel, ik kreeg drie meldingen. Dit wil zeggen dat in drie verschillende kranten Jules Pype vermeld staat.
Het gaat om de de krant de “Carrett Clipper” van :
7 febr. 1918: oproeping voor het medische onderzoek
18 juli 1918: oproep voor het vertrek van 23 juni 1918
25 juli 1918: beschrijving van het vertrek van 23 juni 1918 van Auburn naar Camp Taylor
We schrijven dus 1918.
Het jaar waarin mijn opa effectief zal opgeroepen worden om aan te sluiten bij het Amerikaans leger. In febr. 1918 staat hij in de lijst van mannen die het onderzoek moeten ondergaan. Hoe, waar en door wie het onderzoek zal gebeuren, staat beschreven in deze editie.
In de krant van juli staat hij opnieuw in de lijst van de mannen die effectief moeten vertrekken naar hun opleidingskamp op 23 juni 1918.
En in de krant van 25 juli 1918 staat niet alleen zijn naam vermeld maar wordt zijn situatie beschreven. Het is dit artikel dat voor mij nieuwe feiten bevat en het verhaal van mijn opa terug een andere kleur heeft.
Lees het op de volgende pagina: 1918 Jules Pype vertrekt met de mannen naar het Opleidingskamp.
Een ODE is een lofdicht of lofzang, gewijd aan een persoon of een zaak. Het karakter is zeer lovend en hoogdravend, de betrokkene kan geen kwaad doen.
Ik kreeg het boek ODES van David van Reybrouck cadeau met Pasen. Een boek van 208 pagina’s. Ik heb er meer dan een maand overgedaan om het te lezen. Ik heb in die maand ook geen andere boeken gelezen. Hoe dat komt?
David schrijft over mensen en dingen om blij mee te zijn, om van te genieten, om respect voor te hebben. Elk kort verhaal is een juweeltje. Je kan er geen drie, vier na elkaar lezen. Je leest een lofuiting en gaat slapen, erover nadenken, de ode herlezen,….
Het waren momenten van verstilling, verwondering en schoonheid.
Het is een van de boeken die je leest en herleest. Een echte aanrader.
Ik plaats het boek hier omdat mijn website een aaneenschakeling is van odes aan mensen , gebeurtenissen, muziek, boeken, uit het verleden. Zo zou ik over meter Alice zeker een ode kunnen schrijven en over pitje Jules eveneens en over… zoveel mensen die ik sinds mijn opzoekingen nog meer in mijn hart draag.
In het museum vind je in de tijdelijke tentoonstelling 4 kamers. Ze verwijzen naar de manier waarop je je familiegeschiedenis kan vinden of niet vinden.
Kamer 1: de reconstructie
kamer 2: zonder spoor
kamer 3: fictie en realiteit
kamer 4: bewust nagelaten sporen.
In een nieuwe pagina vertel ik je verhalen uit kamer 2 en 4. De verhalen zijn van de leerlingen van het IMS instituut in het hart van Borgerhout. Het zijn meisje van het zesde en zevende jaar die op zoek zijn gegaan naar hun familie- en migratiegeschiedenis.
Op dinsdag 23 april trokken we richting Antwerpen. Dit is 6 jaar nadat we deelnamen aan de film “Dance” als figurant en we gestart zijn met zoeken naar onze Roots.
Op het programma staat nu de opening van de tentoonstelling RootsZOEKERS waar we één van de medewerkers van zijn. Terug een bijzondere ervaring.
Enkele sfeerbeelden. Enkele van de verhalen ga je kunnen lezen in de komende weken.
Een ROOTSzoeker gaat dus op zoek naar zijn roots. Vanaf gisteren ben ik officieel een rootszoeker gezien ik werd geïnterviewd door het Red Star Line museum voor de gelijknamige tentoonstelling.
Vanaf 23 april zal er in de polyvalente ruimte van het museum De Red Star Line de tentoonstelling “Rootszoekers” te zien zijn.
Ik mocht vertellen hoe ik de zoektocht naar mijn grootouders in Amerika had opgezet.
We hadden een voorbereidend gesprek en dat liep best vlot. Toen moest ik de set op en dat ging gepaard met de nodige stress. Wat het museum zal maken van de 45 min opname (zo lang leek het mij) weet ik niet.
Op de heenreis met de trein, die veel te lang duurde (vertraging, omleiding, aansluiting gemist,…), was er één idee dat bleef hangen bij mij.
Terwijl ik sprak over mijn zoektocht en vooral toen ik sprak over mijn opa en oma, werd het verhaal “vloeibaar”. Ik vind nu maar dit woord. Het was zoals ik aan mijn kinderen toen ze klein waren vertelde over hun overleden grootouders (mijn ouders).
Ik gaf mijn grootouders terwijl ik vertelde een gezicht, een zachtheid die ik hen nooit heb kunnen geven toen ik kind was. Als je zelf ouder bent, lukt je dat wel. De zoektocht, het bezoek aan Ellis Island, de reis naar het geboortedorp van mijn vader, gaven de vloeibaarheid een extra dimensie. Hun verhaal werd een verhaal op familiekunde, werd een fotoboek voor de familie, werd een fictie verhaal die ik cadeau kreeg van een Engelse vriend en zal nu een aspect zijn in een grote tentoonstelling.
Soms vragen mensen wat heb je allemaal gevonden over je grootouders wetende dat ik één foto had en één herdenkingsfiche over The American Legion bij de start van de zoektocht.
Een opsomming van officiële documenten kan dan het antwoord zijn.
passagierslijsten 1910, 1930 en 1920
passagierslijsten naar en van het front in 1918 en 1919
paspoort Amerikaans burger
Amerikaans paspoort
WW I card
geboorteaktes
doopakte
huwelijksakte
…
aangevuld met toevallige vondsten
vertrek uit 1913 uit Antwerpen beschreven door een medepassagier
krantenartikel over het vertrek van de mannen naar het opleidingscentrum met vermelding van mijn grootvader
adressenboek in Mt Clemens
…
Als ik deze feiten zou overzetten op een tijdslijn dan heb ik weinig dagen in verhouding tot hun totale verblijf van 11 jaar dat ik exact weet waar ze waren in Amerika. En toch schreef ik hun verhaal en staat het verhaal in evenwicht.
Als ik dat verhaal nu vertel met al die aspecten ervaar ik het dus als vloeibaar en kleurrijk. De feiten blijven natuurlijk de basis en deze moeten correct zijn.
Als ik nu voorbeeld de vraag krijg: hoe komt het dat je grootouders terug naar België gekomen zijn, dan kan ik daar op antwoorden.
Het idee dat ik met dit verhaal nog iets anders zal ondernemen is er. Wat er precies zal volgen, weet ik niet.
Tenslotte hoop ik dat jullie naar het Red Star Line museum gaan of dat jullie zelf op zoek gaan naar je herkomst.