Als het bietenseizoen voorbij is in Auburn, ga ik terug via de staat Ohio naar Detroit bij mijn vrienden. In Europa is het volop oorlog en ik zie de ene vriend na de andere vertrekken naar een opleidingskamp in de VS en vervolgens met één van de vele boten naar Frankrijk afreizen.
Mijn oproepingsbrief komt maar niet. Tot ik in juni een dagvaarding ontvang. Verstuurd vanuit Auburn via Moline naar Detroit. Ik moet op 23 juli in het gerechtsgebouw zijn van Auburn. Het medische onderzoek was in februari van 1918 en dat heb ik gemist. In de brief staat dat het medische onderzoek ook in een andere staat kan gebeuren en dat heb ik gelukkig al achter de rug.
De afstand tussen Detroit en Aburn is 250 km of 155 milles. In de krant “Carrett Clipper” van 25 juli 1918 kan ik mijn eigen verhaal lezen.
Het lokale bestuur kreeg een man voor de juli-oproep maandagavond die niet was verwacht.
“Hij is Jules Pype, geboren in België. Hij registreerde zich hier in 1917 toen hij bezig was met de suikerbietenteelt. Toen ging hij naar Moline, ILL om te werken en het lokale bestuur verloor zijn spoor en meldde hem als een delinquent. Pype was echter eenvoudig naar Ohio verhuisd en later naar Detroit. Het laatste adres dat het lokale bestuur had, was Moline en zijn oproep om te melden voor de oproep van juli was naar die stad gestuurd. Het werd van daar naar Detroit gebracht en in reactie daarop maakte Pype zijn verschijning in Auburn dinsdag. Hij was bereid om wraak te nemen op de fouten die de Hun in zijn geboorteland hadden gemaakt. “
Ik was dus net op tijd om te vertrekken met de andere mannen van Aubrun. Het waren vooral boeren uit de streek. Van de 47 mannen waren er 30 boeren. De boerenjongs zijn meer nodig in de militaire dienst dan in hun burgerlijke beroepen. Twee boeren wilden evenwel niet mee: Byron J. Dielman en Roy Hart bleven op hun erf.
We kregen een grote afscheidsreceptie bij ons vertrek uit de stad. We luisterden naar een korte toespraak van W.H. McIntoch.
Onder leiding van de Auburn City Band van zestien man verliet de stoet om 9:30 uur het gerechtsgebouw en marcheerden we naar het depot. Twee Amerikaanse vlaggen werden gedragen in de processie en na de band marcheerden zestien oorlogsveteranen. Daarna volgde een trommelkorps van veertien man.
Een aantal vrouwen van het W.R.C. waren ook aanwezig in de stoet. Veel ouders, echtgenoten, geliefden en vrienden volgden. De stoet werd afgesloten met tientallen gevulde auto’s en mensen te voet uit het dorp.
Bij het station was er wat muziek en werd er afscheid genomen.
Onze aanvoerder was Paul Whetsel. Zijn assistenten McKinley, Clyde W. Kelly en Wasson.
© 2019, ANNdeMARIA. All rights reserved.