We gaan terug in de tijd tot het jaar 1820….Van België is nog geen sprake.
Ik, Barbara ben geboren in Hooglede, St Jozef op 30 maart 1820. Ik ben de dochter van Joannes Baptiste d’Hulster. Mijn vader is geboren in Zarren en een professionele wever. Mijn moeder Sophia Josepha Joseph is geboren in het naburig dorp Staden en was spinster. Mijn ouders huwden in Staden op 8 mei 1810.
Op 1 oktober van datzelfde jaar werd mijn enige broer Petrus Joannes geboren. Er volgenden nog 4 meisjes maar ik ben de enige die volwassen werd. Mijn zus Colleta stierf toen ze 2 jaar was op 14 oktober 1827 en mijn andere zus Theresia toen ze 10 jaar was op 28 oktober ook van het jaar 1827. Ik kan me hiervan niet zoveel herinneren omdat ik zelf pas 7 jaar was.
Ik leerde al vroeg spinnen en had vooral interesse in het maken van mutsen. Ik werd met andere woorden een mutsenmaakster.
Het waren woelige tijden. In 1830 werden we een onafhankelijk land : België.
De “Zwarte jaren” die tussen 1840 en 1850 teisterden ons met werkloosheid, hongersnood en pest.
Toen ik bijna 30 was (1850), leerde ik mijn man, Karel Louis Vanderiviere (Van de Riviere), kennen die wever was zoals mijn vader. Hij was geboren in Wingene in het jaar 1825 en woonde in Voormezele bij Ieper.
In die zelfde periode leerde mijn broer Petrus een vrouw kennen van ons dorp, Amelia Vansteenkiste.
We maakten beiden plannen om in november van 1850 te huwen. Mijn broer op 6 november en ik op 7 november.
In de zomer van dat jaar overleed evenwel mijn vader Joannes op de leeftijd van 68 jaar. Mijn moeder, Sophia werd heel erg ziek en kon op beide huwelijksfeesten niet aanwezig zijn. Daarom moesten we naar de notaris om toelating te vragen om te mogen huwen.
Op 30 november 1850 is mijn moeder overleden.
Voor mijn man was dit vrij herkenbaar. Hij had zijn moeder Florentina Vermandere verloren in 1831. Hij was toen 6 jaar. Zijn vader, Jacques is hertrouwd met Francisca Persyn op 7 januari 1835.
Op 5 oktober 1851 beviel ik van onze eerste dochter. We gaven haar de naam Sylvia Vanderiviere. Ons geluk was evenwel van korte duur. Sylvia overleed toen ze 8 maand oud was. Ik was ondertussen terug zwanger en op 27 oktober beviel ik van een zoon Carolus Vanderiviere. Op 12 maart 1855 volgde een tweede zoon Amandus Vanderiviere.
In ons dorp was er niet veel werk en we hoorden dat we meer en beter betaald zouden worden als we gingen werken in het Noorden van Frankrijk zo’n 48 km van mijn ouderlijk huis.
Mijn man en ik besloten om met de twee kinderen naar Frankrijk te trekken en daar zou mijn man werken in de textielfabriek. We gingen wonen in Prémesque meer bepaald in het gehucht Bleue.
Ons geluk was evenwel van korte duur.
Op de morgen van 28 november 1856 stond voor mij de wereld stil. Mijn man was overleden. Ik kreeg hulp van twee vrienden om de aangifte te kunnen in orde brengen.
Verder in Frankrijk blijven wonen met de twee kinderen en wetende dat er een derde kind op komst was, kon niet. Ik keerde dus terug naar mijn geboortedorp Hooglede.
Daar werd op 2 juni 1857 Maria Sylvia Vanderiviere geboren. Ik was blij en triestig. Ik kreeg steun van mijn broer Petrus, die de baby ging tonen aan de burgemeester om haar in te schrijven in het bevolkingsregister.
Mijn oudste zoon was ondertussen bakker geworden, Amandus werkte op het land en Maria Sylvia liet al vrij vlug zien dat ze goed kon naaien.
Toen ik dacht dat er wat rust in mijn leven was gekomen, wilde Carolus (Charles) mee gaan met de soldaten van de Paus. Hij werd de enige Zoeaaf van ons dorp . Hij vertrok naar Rome in het jaar 1869. Het waren 2 angstige jaren. Zou ik hem terugzien?
Ik zag hem na zijn dienstperiode terug maar hij was ziek en zou op 7 juni 1879 thuis sterven.
Ondertussen had Maria Sylvia een man leren kennen uit Gits, Henricus Bouttens. Hij had er een herberg. Ze huwden in het voorjaar van 1880. In 1882 werd mijn eerste kleinkind geboren. Tussen 1882 en 1899 volgen nog 4 kinderen. Van de 5 kleinkinderen zullen er drie overlijden voor de leeftijd van 12 jaar.
Ook Amandus leert een vrouw kennen en in de koude januari maand van 1888 huwen ze. Julianna Demeulenaere is een vrouw van het dorp en werkt als dienstmeid.
Ook bij hen volgen de geboortes elkaar op. Ze krijgen 6 kinderen die allemaal sterk en volwassen gaan opgroeien.
Nadat ik mijn eerste kind heb moeten afgeven, mijn oudste zoon Carolus heb zien sterven na een zware periode bij het leger van de Paus, moet ik nu ook mijn dochter verliezen. Maria Sylvia overlijdt in 1897. Ze is net 37 jaar geworden.
Barbara zelf zal 80 jaar worden. Ze overlijdt in het hospitaal (*) van de gemeente op 21 december 1900.
Mijn betovergrootmoeder Barbara, komt bij mij over als een zeer sterke vrouw.
Er is veel wat we niet weten over haar en de periode waarin ze leefde maar we kunnen het ons wel voorstellen. Dat het eenvoudig was om in die tijd te leven! Ik geloof het niet. Ziekte, armoede, geen werk hebben, … het is zo tussen de lijnen te lezen.
Wil je de stamboomgegevens duidelijker nazien, klik hier
Het verhaal van een van haar zonen, Charles Vanderiviere Zouaaf lees je hier
(*)Het Hospitaal werd opgericht in 1815 als armen- en spinschool. In 1830 werd achter de spinschool een ouderlingentehuis gebouwd. De Zusters Maricolen uit Brugge stichtten er vier jaar later een klooster. De kapel werd in 1866 tot aan de straatzijde (huidige Hogestraat) uitgebreid. Tevens was er een hospitaal waar o.m. slachtoffers van ongevallen verzorgd werden.
Dank aan de mensen van de FB groep Familiekunde die hielpen meezoeken naar de akten, Daniel Goos en andere voor de hulp bij de vertalingen.