5. Alice Casier : januari – september 1917

In de koude winter van 1917 zijn we weg gegaan uit Handzame en Staden. 

Mijn vader  en Remi Dewilde moesten blijven om te werken voor de Duitsers.

Remie Dewilde in Handzame bij de Duitsers

Nonkel Henri mocht wel mee met ons van de Duitsers. Petje en metje, die in de Roeselaarsestraat woonden in Staden, gingen mee op de wagen en …. onze koeien moesten alles zien in beweging te krijgen(*1).

familie Doom Devoldere- Dooman – Handzame Kruisstraat 1917 (foto : westhoek verbeeldt)

We vluchten via de Lokkedyze (Hooglede). We waren daar enkele dagen. We trokken verder weg naar de lange hoek van Torhout. We verbleven daar acht dagen bij Van Parys. We sliepen op strooi op de zolder. Er waren daar heel veel vluchtelingen. We kregen eten van de Duitsers.

We trokken verder naar Zwevezele. En konden daar 3 maand blijven in een bakkerij. De tram liep voor de deur. We hadden nog altijd onze koe en deze stond bij een boer op stal.

Van Zwevezele gingen we terug naar Torhout. Tante Prudence en haar gezin samen met petje en metje verbleven in het atelier van de burgemeester. Ook daar sliepen we op strooi.

Op een dag werd mijn neef  Julien omver gereden. Hij werd verzorgd door een Duitse dokter. Hij moest overal gedragen worden.”

In Torhout was het  totaal niet rustig. Er werd veel geschoten en op het strooi lag er vaak glas na de bombardementen.

Op 30 juli werden alle klaslokalen opgeëist om de vele vluchtelingen te kunnen herbergen als ook de gewonden. Op 1 augustus valt er een obus op het station. De luchtaanvallen zijn niet meer alleen ’s nachts.

Nieuw Duits bevel : alle vluchtelingen die hier verblijven, moeten binnen de 3 dagen de stad verlaten! Weldra komt er een tegenbevel : wie zich in Torhout een bestaan kan verzekeren, mag blijven. De anderen moeten de streek verlaten en worden richting Tongeren gebracht.

Petje, David Casier, ging veel te voet van Torhout naar Wijnendaele naar de kapelletjes om te bidden (anderhalve km van onze overnachtingsplaats).

onze lieve vrouw van Wijnendale

Zijn hielen van zijn schoenen waren te hoog en nonkel Henri kapte de hielen ervan af. Maar petje was moe en oud. Hij stierf op de zolder in  het strooi.” Het was om 11 uur ’s avond van de 18 september 1917. Hij was 82 jaar.

David Casier – 1917

plaats van overlijden : sektie H nr 152, Torhout (tussen de Oostendestraat en de Kortemarkstraat)

Nonkel Henri en Edmond Decleir (* 2) deden de aangifte. 
Pitje werd begraven in Torhout met een korte plechtigheid in de kerk. Op weg naar het kerkhof waren er voortdurend bombardementen. We moesten op een bepaald ogenblik gaan liggen en het lijk in het midden van de straat laten staan.

Dit was op de ochtend van 21 september. De Britse marinevliegtuigen bomaanvallen op de volgende militaire doeleinden : Aartrijke, Sparappelhoek en de vliegtuigloodsen en terug het station van Torhout. 
Door de talrijke bombardementen van de laatste maanden werd het de Duitsers stilaan duidelijk dat Torhout in een gevaarlijke zone lag. Alle vluchtelingen en vreemdelingen die op het grondgebied van Torhout verbleven, moeten de stad uit. (bevel : 21 oktober 1917)
Maar zolang hebben we niet gewacht. Eind september toen we in Torhout op de trein gingen, moesten alle mannen achterblijven om te werken voor de Duitsers.  Het was een lange goederen trein. Nonkel Henri had zich verstopt in de koffer. De andere vrouwen hadden dat gezien en klaagden hem aan bij de Duitsers. Ze kwamen met soldaten en bajonetten op het geweer de koffer openmaken. Tante Prudence had zich op de koffer gezet. Ze wierpen haar eraf en haalden nonkel Henri eruit. Hij kreeg slagen en moest mee. 
De trein vertrok… zonder de mannen naar…

 


(*1) : het gezin van Henri Casier had een koe mee, lezen we in de dagboeknota’s. Hermenie had ook een koe mee, weten we via een mondeling verhaal.

(*2) Ik vind een Edmond Decleir geboren in Torhout op 25 maart 1871 en gehuwd met Amelie Werbrouck. Edmond is schoenenmaker en geen familie.

vervolg