24 augustus 1885,
Sint Bartholomeus
Gisterenavond was het wondermooi op zee. De maan scheen in haar licht, schemerachtige klaarheid op de golven. Alles was zo stil. Er werden op het schip mooie liedjes gezongen met begeleiding van een trekorgel of accordeon. We konden bijna niet gaan slapen.
Van 9 uur tot 10 uur (’s avonds) zagen we twee … op de kusten van Ierland. Dat is nu het laatste land dat we zagen tot we de plas zullen over zijn. Om 11 uur zagen we een grote vis uit het water springen. Het was een monster van 40 voeten lang. Nu we gingen uiteindelijk slapen en sliepen zoals rozen tot 6 uur 30.
Als we naar boven gingen zagen we alleen maar water, geen schepen meer. Aan de vier zijden water en nog eens water. Maar het water heeft tot nu toe goede manieren.
En buiten de regelmatige beweging in de lengte van het schip, zoals ik gisteren uiteen legde, is er ons niets dat misgaat.
Dat wil niet zeggen dat je zo gemakkelijk bent zoals op het vaste land maar we zijn toch niet ziek. Niemand van ons is tot nu toe ziek geweest.
In de voormiddag heb ik met een Hollander gesproken die al 14 jaar in Amerika is. Hij was nu naar zijn vaderland geweest. Het was een goede man.
Ik heb ook gehoord dat er een West-Vlaamse boer op de boot was die naar Vlaanderen was overgestoken. Morgen ga ik hem zoeken. Er zijn hier zoveel mensen dat je echt moet zoeken om iemand te leren kennen. … (onleesbaar)
Vandaag voor het eerst zijn de zeilen gespannen en varen we dubbel zo snel. We hebben tussen de eerste dag 11 uur en zondag 23 augustus 280 Engelse mijlen (= 450 km) afgelegd in 93 uren. … (onleesbaar)
Voor vandaag stonden er 303 Engelse mijlen .. in 24 uren.
We hebben vandaag maar 2 schepen gezien in de verte. Trouwens we zitten nu in de Oceaan.
Deze middag is de horloge nog meer verachterd. Ze loopt al één uur achter op Antwerpen. Ik heb immers dien tijd mee op mijn horloge.
Onze tafel is gelijk aan die van gisteren.
In de namiddag heb ik geslapen en het geeft mij goed gedaan. Ten anderen het is aangenamer om ’s avonds laat op het dek te zijn en de zee te bewonderen waarin de maan speelt.
Tot morgen dan.
+++
Uit dit korte briefje leren we :
1. dat ze op de Oceaan zijn na 2 dagen varen
2. dat ze zee rustig is en dat EH C. Pauwelyn daar blij om is. Hij is blijkbaar bang om ziek te zijn
3. hij kennis maakt met andere passagiers : één Hollander en op zoek zal gaan naar een West-Vlaamse boer
4. de snelheid van het schip
5. dat EH C. Pauwelyn een horloge mee heeft en deze laat staan op de tijd van Antwerpen
6. het eten niet zoveel anders is dan de eerste dagen
7. EH C. Pauwelyn graag op het dek is ’s avonds om naar de muziek te luisteren en naar de natuur te kijken. Hij ziet o.a. grote vissen
8. EH C. Pauwelyn goed slaapt op de boot